Denmark

Gelegen aan de zuidkust van Western Australia

Het dorpje Denmark ligt aan de South Coast Highway, ruim 50 km ten westen van de Albany en ruim 400 km ten zuiden van Perth. Het dorp zelf ligt aan de Denmark River die uitmondt in de Wilson Inlet, een groot meer dat in verbinding staat met de Southern Ocean. Wilson Inlet is een mooie baai met veel watervogels. Op de Denmark River kunt u een ontspannen kanotocht maken. Denmark telt ongeveer 2.500 inwoners (volkstelling 2016).

Het kustgebied rond Denmark werd in 1627 voor het eerst geobserveerd door de Nederlander Francois Thijssen, kapitein van het VOC-schip 't Gulden Seepaert. Thijssen noemde het door hem ontdekte land naar Pieter Nuyts, een hoge employé van de VOC die als passagier meevoer. Kapitein Thijssen had de Australische zuidkust ontdekt en bracht daar 1.500 km kustgebied van in kaart.

Toen pas twee eeuwen jaar later de eerste blanken het gebied rond de huidige Denmark River verkenden, woonden daar de Noongar. Deze Aborigines hadden hun rivier en de inlet de naam Kurrabup gegeven, dit betekent 'plaats van de zwarte zwaan'.

Hoewel het 'Zuidland' door de Nederlanders was ontdekt, werd er door de Nederlanden weinig aandacht aan geschonken, al bleef de westelijke helft van het continent tot ver in de 19de eeuw Nieuw Holland heten.

De Engelsen waren voortvarender dan Nederland en toen bleek dat Frankrijk interesse kreeg in West-Australië, besloot Engeland tot algehele kolonisatie. Gebieden in West-Australië die eeuwenlang Nederlandse namen hadden zoals Nuyts Land, verdwenen, evenals Leeuwin Land, in welk laatste gebied de Denmark River lag. Die kreeg zijn naam van de Engelse scheepsarts Thomas Braidwood Wilson die het gebied in 1829 als eerste westerling verkende. Wilson noemde de rivier naar zijn in Engeland wonende vriend, de arts Alexander Denmark, die overigens zelf nooit een voet op Australische bodem heeft gezet. Wilson roemde de vruchtbare grond en de woudreuzen die ideaal timmerhout leverden.

Omstreeks 1885 werd begonnen met de houtwinning, deze kende tegen 1900 zijn hoogtepunt. De nederzetting kreeg in 1896 de naam Denmark. Menig Engels huis uit die tijd werd gebouwd met hout uit Denmark en zelfs straten in Londen werden geplaveid met hardhout uit Denmark. Door de roofbouw die de pioniers pleegden, raakte de houtvoorraad echter snel uitgeput. De nederzetting liep leeg en uiteindelijk schakelde de bevolking over op de ontginning van het land voor agrarische doeleinden, doorgaans met matig succes. In de jaren twintig vestigden zich groepen mensen uit het Verenigd Koninkrijk die zich bezighielden met land- en tuinbouw en veeteelt.

Kort na 1960 startte de wijnbouw. Riesling en Cabernet Sauvignon beten het spits af, gevolgd door een scala aan druivensoorten die goed bleken te gedijen op de vruchtbare leemgrond. In de vijftig jaren die volgden groeide Denmark uit tot een belangrijk wijngebied met momenteel bijna 25 wijngaarden. Behalve de winning en het transport van plantagehout van de bluegum (de blauwe gomboom) voor de Japanse papierindustrie kent Denmark geen industrie. Visvangst wordt op kleine schaal bedreven, maar er is geen haven.

Het toerisme begon in de Tweede Wereldoorlog, toen in de havenstad Albany gelegerde Amerikanen Denmark ontdekten als uitstapje. Het werd een geliefd vakantieoord voor de West-Australiërs. De zuivere lucht en de altijd groene natuur van de regio rond Denmark zijn inmiddels bij velen bekend.

De 100 km lange kustlijn telt meer dan vijftien stranden, afgewisseld door baaien, duinlandschap, rotsformaties en kliffen. De gemiddelde regenval is 1.135 mm per jaar. Er heerst een heerlijk mediterraan klimaat, met relatief droge zomers en natte winters. Gemiddelde dagtemperatuur 's zomers 25̊C, 's winters 16̊C.

De ligging aan de Denmark River met zijn authentieke houten brug en de ruime aanwezigheid van oorspronkelijke vegetatie tot tussen de bebouwing geeft het dorp een pittoresk aanzien. Her en der zijn gebouwen die herinneren aan de pionierstijd, zoals de geheel uit hout opgetrokken Anglican Church, het oudste nog bestaande gebouw van Denmark aan de Strickland Street, de huidige winkelstraat. Er is een museum dat de geschiedenis van het dorp belicht. Nabij de monding van de Denmark River, de plek waar de eerste mensen zich ooit vestigden, komen enkele oude trails samen, paden van de oorspronkelijke aborignalbevolking waarlangs nog sporen van de vroegere cultuur te vinden zijn. Dwars door Denmark loopt de beroemde Bibbulmun Track, een 1.000 km lang wandelpad dwars door de natuur van Perth naar Albany. De herinnering aan Denmarks voormalige spoorlijn wordt levend gehouden door de Denmark-Nornalup.

Op 14km ten westen van Denmark ligt het William Bay National Park, een natuurpark met mooie bossen, meertjes, een prachtig duingebied en zandstranden. De hoogtepunten van het park zijn Greens Pool, Elephant Rocks, Tower Hill, Madfish Bay en Waterfall Beach. De "Valley of the Giants" ligt 50 km ten westen van Denmark.

Hoogtepunten van Denmark

Onderstaand vindt u een overzicht van diverse hoogtepunten van Denmark:

  • Heritage Walk
  • Valley of the Giants
  • William Bay National Park - met o.a. Elephant Rocks en Greens Pool

Heritage Trail

Het milde klimaat, de rust, de ruimte en het natuurschoon maken Denmark tot een geliefd vakantieoord. Het zeer beperkte scheepvaartverkeer voor de kust en de afwezigheid van vervuilende industrie vinden hun weerslag in schone stranden en kraakhelder oceaanwater. De soms heftige branding maakt het gebied tot een geliefd plek voor surfers. De bevolking is uitgesproken divers en draagt nog steeds de sporen van een hippiecultuur die Denmark in de laatste decennia van de 20ste eeuw een stempel gaf en een bonte mengeling van mensen aantrok met een uitgesproken eigen gezicht, individualisten, aanhangers van natuurgeneeswijzen, natuurvorsers, spiritueel ingestelden, handwerkslieden, artiesten en gepensioneerden vanuit alle uithoeken van de wereld. Velen van hen zien Denmark als een soort toevluchtsoord.

Creatieve en culturele activiteiten krijgen veel aandacht en Denmark Arts organiseert festivals, kunstmarkten, exposities, optredens en workshops door en voor de plaatselijke bevolking. Iedere veertien dagen wordt op zondag de Community Market gehouden in het dorpscentrum waar groente en fruit en kunstnijverheid van de plaatselijke bevolking te koop is. Populair zijn de Denmark Markets die rond Kerstmis en Pasen worden gehouden in het Berridge Park pal aan de rivier met optredens van plaatselijke muzikanten. Deze kunstmarkten zijn een goede afspiegeling van de 'couleur locale'.

Valley of the Giants

15 km ten oosten van Walpole en 50 km ten westen van Denmark, ligt de belangrijkste bezienswaardigheid van het gebied, de "Valley of the Giants" (onderdeel van het Walpole National Forrest). In deze vallei groeien enorme Karri bomen, die wel 90 meter hoog en meer dan 2.500 jaar oud kunnen worden. U kunt in dit natuurpark de beroemde "treetop walk" doen. Over 600 meter lange loopbruggen loopt u langs de kruinen van de Karri's, om deze woudreuzen nog beter in u op te kunnen nemen. Maar er zijn in de vallei ook andere - niet minder spectaculaire - wandeltochten te maken. Volg bijvoorbeeld een gedeelte van de Bibbulmun Track of leg per mountainbike een deel van de Munda Biddi Trail af.

De hoge rode tingle trees groeiden er ongetwijfeld ook al toen de de Nederlandse scheepsofficier Pieter Nuyts de streek in 1627 voor het eerst zag, maar er zijn er nog maar betrekkelijk weinig over. De 40 km oceaankust die bij het park horen, omvatten granietkapen, brede en schone zandstranden, met heide begroeide hellingen en goede beschutte inhammen.

William Bay National Park

Op 14km ten westen van Denmark ligt het William Bay National Park, een natuurpark met mooie bossen, meertjes, een prachtig duingebied en zandstranden. De hoogtepunten van het park zijn Greens Pool, Elephant Rocks, Tower Hill, Madfish Bay en Waterfall Beach. Neem tussen het wandelen een pauze om te zwemmen in Peaceful Bay en de Greens Pool. Het park bestaat uit ongerept natuurbos en wouden met een grote variëteit, vooral aan eucalyptusbomen zoals de marri, de karri, de jarrah en de tingle, welke laatste soort een hoogte kan bereiken van zestig meter. Opvallend is de Red Flowering Gum met zijn vuurrode bloesem. De streek toont iedere lente een veelheid aan wilde bloemen. Er zijn enkele duizenden verschillende soorten, waaronder orchideeën. Veel soorten komen alleen in deze streek voor.

Er is een rijk vogelleven met onder meer splendid blue wrens, emoes, ibissen, aalscholvers, eksters en papegaaien en er leeft een grote variëteit aan reptielen en buideldieren zoals de grijze kangoeroe, de quokka, de bandicoot en de opossum. Door de overvloedige vispopulatie zijn er dolfijnen en zeeleeuwen en ieder jaar doen walvissen de baaien voor de kust van het park aan tijdens hun trek naar het noorden.