Otago Peninsula

Een prachtig schiereiland met mooie zandstranden

Het Otago Peninsula, gelegen op het Zuidereiland niet ver van Dunedin, is zeker een bezoek waard. Het schiereiland heeft met zijn lengte van 24 kilometer veel te bieden en leent zich uitstekend voor een ontspannen dagje. Hier kunt u op zoek naar zeldzame dieren en vogels in het wild of het enige kasteel dat Nieuw-Zeeland rijk is, Larnach Castle, bezoeken. Voor de wandelaars is het een fantastisch gebied waar u langs de kusten met zijn steile kliffen prachtige tochten kunt maken. Maar naast wandelen kunt u ook per auto een mooie tour maken over de 64 kilometer lange Highcliff Road die u ongeveer in 1,5 uur af kunt leggen. Maar onderweg uitstappen en de omgeving van nog dichterbij bekijken en genieten van de vergezichten is zeker aan te bevelen.

Het schiereiland heeft mooie witte zandstranden bij St. Clair en St. Kilda. U kunt hier lekker zonnen maar ook de surfers kunnen hier prima terecht. Wanneer u verder naar het noorden gaat komt u bij de Glenfalloch Woodland Gardens. Deze mooie tuinen liggen bij een fraaie hoeve met theesalons en een pottenbakkerij. Langs de rivier, die door de tuinen stroomt, staan oude bomen en in het voorjaar is het een zee van azalea's en rododendrons. In de zomer gaat dit over in bonte verzameling van allerlei fuchsia's.

Hoogtepunten van Otago Peninsula

 Onderstaand vindt u een overzicht van diverse hoogtepunten van Otago Peninsula:

  • Larnach Castle
  • Piloten Beach
  • Portobello
  • Sandfly Bay
  • Taiaroa Head

Larnach Castle

Wanneer u op weg van Dunedin naar Taiaroa Head bent dan komt u bij Larnach Castle. Het kasteel was een geschenk van de steenrijke bankier en politicus William Larnach voor zijn vrouw Eliza de Guise en dateert uit 1871. Het kasteel heeft een Schotse bouwstijl met veel marmer, venetiaans glas en houtsnijwerk en wordt omgeven door tuinen van ongeveer 2 vierkante kilometer. Binnen staan prachtige antieke meubelen en heeft het prachtige beschilderde plafonds. Natuurlijk ontbreekt ook de balzaal niet die William Larnach aan zijn dochter Katie schonk als cadeau. Het kasteel is te bezoeken en u mag zeker niet vergeten de toren te beklimmen die een mooi uitzicht over de omgeving biedt. Mocht u geen genoeg van Larnach Castle kunnen krijgen dan kunt u naast het kasteel blijven overnachten. Larnach Castle ligt op het Otago Penisula op 15 km afstand van Dunedin (neem Highway 88 het schiereiland op).

Piloten Beach

Piloten Beach is een klein strand waar pelsrobben en Hooker's zeehonden zijn. Hier is de grootste kolonie van blauwe pinguïns nog op de Otago Peninsula. Ook zijn er Dusky dolfijnen, orka's en grote walvissen waar te nemen.

Portobello

Weer verder naar het noorden ligt de plaats Portobello, het enige dorp op het Otago Peninsula waar u terecht kunt om te eten en te drinken. In Portobello staat het Centre of Marine Studies dat onderdeel is van de University of Otago in Dunedin. Voor kinderen is dit een leuke belevenis, want zij kunnen in de zogenaamde 'Touch Tank' zeesterren, krabben en zeeanemonen aanraken. Niet ver van Portobello ligt Otakou, één van de vroegste Maori nederzettingen waar nog een Maori kerk en een gemeenschapshuis te zien zijn.

Sandfly Bay

De grootste attractie van het Otago Peninsula bevindt zich bij Sandfly Bay. Hier zijn de uiterst zeldzame en met uitsterven bedreigde geeloogpinguïns (Yellow Eyed Pinguins), familie van de Keizerpinguïns, te vinden. Deze grote pinguïnsoort komt elke dag tegen zonsondergang uit de zee. Bij Sandfly Bay leeft een kleine kolonie geeloogpingïns. Deze dieren worden verder alleen gezien bij Mouraki (maar daar is het moeilijker om ze te spotten), op afgelegen eilanden ten zuiden en oosten van Nieuw-Zeeland en op Antartica.

Geeloogpinguïns

De geeloogpinguïn heeft een witte borst en een zwarte rug. Op de kop loopt vanaf de snavel via de ogen een helder gele band naar achteren. De naam heeft deze pinguïn te danken aan de karakteristieke gele ogen. In het Maori heet de geeloogpinguïn "Hoiho" wat als "luidruchtige" is te vertalen en verwijst naar het schrille geschreeuw van deze pinguïn. Kuikens brengen een hoog piepgeluid voort, vooral wanneer ze hongerig zijn. Een volwassen geeloogpinguïn heeft een grootte van ongeveer 65 à 68 cm, het gewicht varieert van 5 tot 8 kg en de gemiddelde maximumleeftijd ligt rond de 22 jaar.

Geeloogpinguïns zijn schuwe en individualistisch ingestelde dieren en bouwen hun nest bij voorkeur op plaatsen waar ze geen zicht hebben op andere nesten. Meestal nestelen ze elk jaar op dezelfde plek waarbij mannetjes en vrouwtjes afwisselend de eieren uitbroeden. Half september leggen ze normaal gesproken twee eieren die ongeveer anderhalve maand later uitkomen. Zo'n 80% van de gelegde eieren komt uit en tot eind februari/begin maart blijven de kuikens in het nest. Wanneer ze het nest verlaten zijn ze geheel zelfstandig. Mannetjes beginnen te broeden op een leeftijd van 3 tot 5 jaar, vrouwtjes vaak een jaartje eerder.

De geeloogpinguïn is een onverschillige eter. Bij voorkeur staat er rode kabeljauw en pijlinktvis op het menu, maar ook tientallen andere vissoorten worden door de geeloogpinguïn verorberd. Op zoek naar voedsel zwemmen ze tot maximaal 50 kilometer uit de kust en duiken geeloogpinguïns tot 100 meter diep. Uit recent onderzoek (2005) blijkt dat sommige individuen hun vaste favoriete voedselplek hebben.

Taiaroa Head

Taiaroa Head is een landtong aan het einde van het Otago Peninsula. Het geeft uitzicht op de monding van de Otago Harbour. De dichtstbijzijnde nederzetting, Otakou, ligt drie kilometer naar het zuiden. De kaap is vernoemd naar Te Matenga Taiaroa, een 19e eeuwse Maori chef van de Ngai Tahu IWI. Er staat een vuurtoren uit 1864 en er is een kolonie van meer dan 100 Noordelijke koningsalbatrossen. Het eerste albatrosei op Taiaroa Head werd ontdekt in 1919. Dr. Lance Richdale zag de albatrossen in 1938. Door het intensieve beheer van de Reserve Rangers is het aantal toegenomen. Er is een bezoekerscentrum het Royal Albatross Center.

Taiaroa Head is de enige plek op het vaste land in de wereld waar u de koningsalbatrossen kunt zien nestelen. De albatrossen paren in november en broeden in december en januari waarna de kuikens uit het ei kruipen. In september zijn de jonge vogels volwassen. U kunt van mei tot november deze gigantische vogels met een spanwijdte van maar liefst 3 meter vanuit een observatiepost bekijken.